Hoe enig mooi is ’t vlaggenspel, Sierlijk kunstig, traag en snel. Bruisend leven, uiting van kracht, Zwaaien met vaandels, wat een pracht !
Laag over de grond, hoog in de lucht, Spelend, volhardend, vrij en tucht. Dynamisch, zelfverzekerd, heen en weer, Brengen vaandels vreugde, telkens weer.
Lenig ritme, kleurenpracht, Victorie zaaien, dag en nacht. Festijn van vreugde, feestelijk getint, ’t zijn vaandels, ’t zijn vaandels m’n kind !
Sober spel, geen rijkelijke tooi, Levendig, warm menselijk, dat is mooi. Geest en stof, een vriendenspel, ’t zijn vaandels, U begrijpt het wel.
Auteur onbekend